Publicatie Trots Sint Tunnis
Door Arie Cornelissen
Sinterklaas maakt zijn debuut. In Sint Tunnis trekt-ie voor de eerste keer zijn tabbert aan. Hij heeft er zin in. “Ik ben een rustige Sint, met af en toe een kwinkslag.”
Hij staat te popelen, de intocht in Sint Tunnis staat op het punt van beginnen. In de verte hoort-ie al de opgewonden kinderstemmen. Gelukkig heeft de Sint nog tijd voor een gesprek. Hij kijkt om zich heen en checkt de attributen. “Mijn staf, het grote boek, jaja, ik geloof dat alles oké is. Ik vind een zorgvuldige voorbereiding belangrijk. Geen half werk, snap je”, zegt de Sint. Hij klinkt goed. Naar eigen zeggen houdt de Sint er niet van om met een te gedragen klank te praten. “Nee, geen overacting. Daar prikken ook de kinderen doorheen.”
De Sint is niet onbekend met zijn feest in de Sint Tunnisse omgeving. “Het is me bekend hoe ze hier het Sintfeest vierden. Ik zie de Pieten nog zo met een kabelbaan van de flats in de Deken Molmansstaat naar beneden vliegen. Ze hadden altijd wel een bijzondere act. Er is veel gelachen.”
Mooie baard
“Waarom ik nu deze ‘baan’ heb? Nou, het leek me wel leuk en ze waren niet dik gezaaid geloof ik. Ik besef wel dat je als Sint nu meer in de picture staat. Daar moet ik me op voorbereiden. Als Piet kun je wat vrijer te werk gaan. Ik houd er ook van om verzorgd te zijn. Dat is ook de traditie hier in Sint Tunnis. Perfect in de kleren te zitten.”
Sint is gek op het Sinterklaasfeest. “De verwondering van de kinderen, de verwachtingsvolle snoetjes. Dat is genieten. Hoe ik het ga invullen? Ik blijf dicht bij mezelf en wil een rustige Sint zijn. Met af en toe een kwinkslag. Het moet een waardig figuur zijn. Ik zal er dan ook zeker geen karikatuur van maken. Een goede Sint is in mijn ogen een heiligman die verbindt, die sympathiek overkomt en die er voor alle kinderen is. Ja, natuurlijk, als het nodig is spreek ik mijn Pieten vermanend toe. Want weet je, dat ondeugende en stoute blijven ze houden. Ik zorg ervoor dat de boel bij elkaar blijft. Sowieso is het mijn taak om er voor iedereen te zijn en niemand uit te sluiten.”
Sint wrijft eens door zijn baard. Hij is er klaar voor om over enkele minuten de kinderen te begroeten. Hij heeft er alle vertrouwen in dat het lekker gaat. “We hebben ons degelijk voorbereid. Samen met de Pieten en het Sint-comité, dat achter me staat, hebben we er veel energie in gestoken. Een gevarieerde groep, met hele leuke Pieten. Zelf heb ik nog eens met aandacht gekeken naar de televisie. Het Sinter- klaasjournaal heb ik op de voet gevolgd. Altijd handig om erop in te kunnen spelen in gesprekken met de kinderen. En ja, mocht ik iets niet weten. Ook niet erg. Ik kan me altijd verschuilen achter mijn hoge leeftijd en vergeetachtigheid.“
‘Kleine schoen’
Naast de intocht in Sint Tunnis en Oploo gaat de Sint naar de school en ook op huisbezoek bij ‘kinderen met een kleine schoen’, zoals hij dat noemt. “Heel speciaal. Prachtig ook, dat wij een beetje extra aandacht geven aan kinderen uit gezinnen die het wat minder breed hebben. De stichting Leergeld heeft ons hierbij ondersteund. Een geweldig initiatief.”
Er wordt op de deur geklopt. Hard geklopt. Sint kijkt op zijn horloge. “Ah mooi. Ik voel nu toch wel enige spanning hoor. Dezelfde vlinders als de kinderen hebben. We gaan zometeen in Oelbroeck in een ’live-interactie’. Daar is hard aan gewerkt. Iets met een verbinding met een verslaggever en een paniek-Piet. Ik ben reuze benieuwd.”